Brandontwikkeling

Een brand binnen een gesloten ruimte ontwikkeld zich globaal op dezelfde manier. Het ontstaat, ontwikkeld en uiteindelijk dooft het.

Schematisch ziet het er als volgt uit.
Het begint met een ontsteking,
Vervolgens ontwikkeld het zich doordat steeds meer van een voorwerp of ertegenaan liggende voorwerpen gaan branden.
Ondertussen stijgt de temperatuur in de ruimte en zullen ook voorwerpen die geen contact hebben met het vuur ontbranden, dit noemen we flash-over.
Uiteindelijk zal de brandstof op zijn en dooft het vuur.

In de praktijk kan dit er zo uit zien, we zien 2 naastliggende kamers.

Iemand heeft wat rommel in de prullebak gegooid, samen met een nog smeulende sigaret. Door deze sigaret gaat ook wat papier gloeien. Er onstaat nu wat gloed en rook.

De temperatuur neemt toe, er ontstaan vlammen en alles in de prullebak gaat branden.

De temperatuur en door verspreiding van hete gassen zullen ook andere voorwerpen in de ruimte spontaan ontbranden. Dat andere voorwerpen in brand vliegen zonder dat ze contact hebben met de vlammen, noemen we flash-over.

De brand breidt zich verder uit en alles in de ruimte gaat in brand. We spreken nu over een volledig ontwikkelde brand.

De brand woedt nu verder, temperaturen stijgen en steeds meer meubelstukken verbranden.

Uiteindelijk zal de brand door gebrek aan brandstof doven.
Gelukkig is in dit geval binnen de linkse kamer gebleven. Op de pagina Branddoorslag en brandoverslag ziet u hoe het anders kan gaan.
