Certificering

Certificering

“Certificaten en Certificering” Er zijn er zoveel dat je door de bomen het bos bijna niet meer ziet.

In principe zijn er 3 soorten:

  • Certificaten voor Componenten in de BMI, dit is van belang voor de installateur, zonder gecertificeerde componenten kan de installatie niet gecertificeerd worden.
  • Certificaten voor de Complete installatie, deze hebben een relatie met de eisen die gelden voor de locatie.
  • Certificering van de installateur, dit dient om de deskundigheid van de installateur aan te geven.
  • Certificaten afgegeven door de CCV erkende installateurs.

Certificaten voor Componenten (Noodzakelijk)

Brandmeldinstallaties moeten worden aangelegd volgens de NEN 2535 cq NEN 2575. Deze normen schrijven voor dat de toegepaste componenten moeten voldoen aan de EN54 reeks. Een Productcertificaat wordt afgegeven door een Europees laboratorium nadat de componenten door een keuring zijn gekomen.

Inspectiecertificaat (Noodzakelijk in bepaalde situaties)

  • Dit wordt afgegeven door een onafhankelijke inspectie-instelling nadat geconstateerd is dat de brandveiligheid op de locatie aan de eisen voldoet, de BMI/OAI is hier een onderdeel van.
  • Dit certificaat is vereist indien dit in het Bouwbesluit wordt bepaald en u kunt dit aflezen in het Programma van Eisen.
  • Sommige klanten kiezen voor een vrijwillige inspectie om zeker te zijn dat de installatie aan de eisen voldoet.
  • Het certificaat wordt afgegeven bij de oplevering en afhankelijk van de eis (zie PvE) jaarlijks of 3-jaarlijks.
  • Als er door een CCV erkend branddetectiebedrijf een Oplevercertificaat of Onderhoudscertificaat wordt afgegeven, kan de onafhankelijk inspecteur hierop vertrouwen en zijn inspectie korter houden.
  • Het certificaat is in ieder geval vereist als er een doormelding van brand is naar de brandweer. (RAC)
  • Pagina met overzicht onafhankelijke inspectie-instellingen en meer toelichting.

CCV erkenning (Niet noodzakelijk)

Er is een tijd geweest dat de CCV erkenning heel belangrijk was omdat je daarmee aan klanten kon laten zien dat je als bedrijf deskundig bent. Maar omdat dit onvoldoende garanties bleek te geven over de kwaliteit van de geleverde systemen (indirect controleerde de slager zijn eigen vlees). Is de hiervoor genoemde onafhankelijke inspectie in het leven geroepen. Hoewel de CCV erkenning dus niet noodzakelijk is, wordt er door bepaalde opdrachtgevers wel om gevraagd. De CCV erkende bedrijven kunnen ook de hierna te noemen certificaten voor installaties afgeven:

  • Oplevercertificaat
  • Onderhoudscertificaat

Oplevercertificaat (Niet noodzakelijk)

  • Het is vanuit de wet geen noodzakelijk certificaat.
  • Dit kan door een CCV erkend branddetectiebedrijf worden afgegeven indien een systeem wordt opgeleverd of er een relevante wijzigingen aan het systeem heeft plaatsgevonden.
  • Het certificaat wordt afgegeven op basis van een Rapport van Oplevering en blijft geldig zolang jaarlijks een onderhoudscertificaat wordt afgegeven.
  • Bij evt. wijzigingen, bouwkundig of installatietechnisch vervalt het certificaat en zal deze aan de hand van nieuw of aangepast RvOpl opnieuw moeten worden uitgeschreven.

Onderhoudscertificaat (Niet noodzakelijk)

  • Dit wordt door CCV erkend onderhoudsbedrijf afgegeven indien het onderhoud is uitgevoerd conform regelgeving, certificatieschema onderhoud BMI, OAI en waarbij geen gebreken worden geconstateerd die invloed hebben op afgifte van het onderhoudscertificaat.  
  • Uitgangspunt voor het onderhoud is het PvE. Alle verplichte documenten zoals genoemd in Bijlage B4 van de NEN 2535+C1:2010 dienen hierbij op de locatie beschikbaar te zijn. (Deze dienen ook bij het branddetectiebedrijf cq onderhoudsbedrijf aanwezig te zijn)
  • De monteurs moeten ook een producttraining hebben gevolgd bij de betreffende fabrikant van de installatie.