
Aansturingstabel
In het bouwbesluit wordt aan de hand van de gebruiksfunctie bepaald of u een BMC, Brandmeldcentrale, nodig heeft en welke bewakingsomvang nodig is. Het zijn in principe 3 stappen:
Stap 1: Bepalen welke gebruiksfunctie(s) u heeft, dit heeft u als het goed is al gedaan. (pagina locaties)
Stap 2: Aan de hand van tabel 6.20 (aansturingstabel) aflezen welke regels voor deze gebruiksfunctie van toepassing zijn (deze pagina)
Stap 3: Aan de hand van tabel 6.21 aflezen welke bewakingsomvang van toepassing is. (kies pagina’s via locaties)
Bijbehorende maatregelen aflezen
De benodigde maatregelen worden bepaald aan de hand van tabel 6.20 van het bouwbesluit. Hier kiest u als eerste uw gebruiksfunctie. Indien u niet zeker bent wat uw gebruiksfunctie is, ga dan naar de hoofdpagina locaties.
Vervolgens kijkt u welke leden van het artikel voor u van toepassing zijn.

Artikelen:
1. een brandmeldinstallatie volgens de bewakingsomvang uit bijlage 1.
Dit is een Brandmeldinstallatie met de omvang :
- Volledige bewaking (automatische melders in bijna alle ruimten)
- Gedeeltelijke bewaking (automatische melders vooral in de vluchtwegen en enkele risicoruimten)
- Niet Automatische melders. (dit zijn de rode handbrandmelders)
De keuze hangt af van de grootte van het gebruiksoppervlak en de hoogte van de hoogste vloer van die gebruiksfunctie.
2. geldt voor het hele brandcompartiment.
In het brandcompartiment waar die gebruiksfunctie is kunnen ook andere ruimten zijn met een andere gebruiksfunctie, de hoogste eis die volgt uit punt 1 geldt voor het hele brandcompartiment.
3. doormelding naar brandweer
Als uit bijlage 1 volgt dat er een doormelding van toepassing is, moet deze automatisch via het Openbaar MeldSysteem (OMS) doorgemeld worden naar de Brandweer.
4. doormelding naar ZorgCentrale
Bij bepaalde woonfuncties voor zorg gaat de doormelding niet naar de brandweer, maar eerst naar een ZorgCentrale. Dit is een 24-uur bezette locatie die hoort bij die instelling. Meestal is dat een zusterpost, maar het kan bijv. ook een portiersloge of in bepaalde gevallen zelfs een externe locatie zijn.
5. Samenvallende vluchtwegen
Als er in een locatie ruimten zijn van waaruit maar in één richting kan worden verplicht, kan het verplicht zijn om deze ruimten alsnog te beveiligen met ruimtelijke detectie en slowwhoops. Dit geldt dus ook als er vanuit Lid 1 geen Brandmeldinstallatie geëist is. (Hoeft vanuit lid 1 niet, maar vanuit lid 5 dus toch)
6. Certificering
Ook hier wordt verwezen naar tabel 1. waarin wordt aangegeven of u een Inspectiecertificaat nodig heeft volgens het CCV-inspectieschema. Maar als het niet nodig is, kunt u ook kiezen voor een vrijwillige inspectie om zeker te zijn dat uw systeem aan de eis voldoet.

7. Onderhoud
Als het systeem is geplaatst, moet deze ook worden onderhouden, volgens de NEN 2654-1

8. Beheer
In dit punt wordt vastgelegd dat het systeem volgens de NEN 2654-1 moet worden beheerd. Een uitgebreidere uitleg staat op de pagina Beheer.

9: Uitzondering Kinderdagverblijven.
Als er minder dan 6 opstelplaatsen voor bedden op hogere niveau’s zijn, geldt voor kinderdagverblijven de regel 1b niet.